39 Het platteland op de schop

39

1968-1990

In enkele decennia onderging het platteland een metamorfose. De noodzakelijke modernisering van de landbouw ging gepaard met de aantasting van het eeuwenoude cultuurlandschap. Het gemak waarmee de eilanden Rozenburg en de Welplaat werden vergraven tot haven- en industriegebied, leidde tot veel ongerustheid onder boeren. De toekomst van de landbouw en veeteelt was erg onzeker geworden.

Boeren durfden geen nieuwe investeringen te doen in hun bedrijf, zodat het platteland dreigde te verpauperen. Er werd daarom besloten om het boerenbedrijf op Voorne-Putten te moderniseren door middel van een ruilverkaveling. De lappendeken van versnipperde akkers en weilanden werd hierbij opnieuw verdeeld. Boeren die soms tientallen stukjes land bezaten die her en der verspreid lagen, beschikten na de ruilverkaveling over een handvol grote percelen in de nabijheid van hun boerderij. Er speelden in de besluitvorming veel emoties mee. Vooral de boeren waarvan de grond al vele generaties familiebezit was, stonden allerminst te trappelen om in te stemmen met de grondruil. Een meerderheid van de grondbezitters stemden uiteindelijk vóór de ruilverkaveling. De grond was ook nodig om de infrastructuur op het eiland te herzien. De afwatering van het gebied werd verbeterd door het dempen van smalle slootjes en het aanleggen van brede wateringen. Ook de wegen kregen aandacht. Om ze geschikt te maken voor de moderne, zware landbouwmachines moesten smalle polderwegen worden verbreed en geasfalteerd. In totaal werd ruim 120 kilometer aan plattelandswegen aangepakt. De melkveehouders op Voorne-Putten kregen intussen te maken met zuivelfabrieken die eisten dat de melkbussen werden vervangen door koeltanks. De fabriek hoefde dan niet langer twee keer per dag de melkbussen op te halen, maar kon eens in de drie dagen een tankwagen langssturen. De afschaffing van de melkbussen op 1 april 1977 was een ramp voor de kleine boeren die slechts enkele koeien hadden. Een melktank was voor hen te duur, zodat ze stopten met hun veehouderij. De modernisering van de landbouw bezorgde de boeren een betere concurrentiepositie, maar het ging ten koste van het cultuurlandschap. De soms eeuwenoude contouren van het platteland werd onherstelbaar geschonden: de wirwar van slootjes en polderwegen verdween en de karakteristieke kleine akkers met een diversiteit aan gewassen maakten plaats voor uitgestrekte velden met mais, aardappelen en tarwe zo ver het oog reikt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *