33 De Eerste Wereldoorlog

33

1914-1918

Tussen 1914 en 1918 verbleven duizenden militairen op het eiland om de stelling in staat van verdediging te brengen. De burgers kregen te maken met tekorten aan voedsel en brandstof. Tal van Europese landen verklaarden elkaar in de loop van augustus 1914 de oorlog. Nederland beriep zich op zijn neutraliteit, maar mobiliseerde desondanks het leger op 1 augustus 1914 om het eigen grondgebied te verdedigen.

De eerste dagen van augustus arriveerden duizenden militairen per boot en tram in Brielle en Hellevoetsluis. Zij dienden de Stelling van de Monden van de Maas en het Haringvliet in staat van verdediging te brengen. Deze stelling bestond uit de vestingen Brielle en Hellevoetsluis met de twee tussenliggende batterijen Noorddijk en Penscherdijk. De Rijksstraatweg fungeerde als verdedigingslijn. Zodra een op de stranden van Oostvoorne en Rockanje geland leger dieper landinwaarts wilde trekken, kon dit met het geschut vanuit de batterijen langs de Rijksstraatweg worden belet. Bovendien konden de polders ten oosten van de Rijksstraatweg onder water worden gezet, waardoor de opmars van een vijandelijk leger eveneens kon worden gestuit. De militairen werden op Voorne in kerken, scholen en boerenschuren ingekwartierd en werkten wekenlang aan het maken van loopgraven en het opstellen van kanonnen. In het voorjaar van 1915 besloot de legerleiding in de omgeving van Nieuwenhoorn, Vierpolders en Rockanje tientallen houten barakken te laten bouwen, waarin zo’n 2500 militairen werden ondergebracht. De militairen werden getraind om hun weerbaarheid te vergroten: dat betekende lange afstandmarsen, schietoefeningen en grootschalige manoeuvres. Om de verveling onder de militairen te voorkomen stonden in de zomermaanden wekelijks sportwedstrijden op het programma. Onderling richtten de militairen muziek- en toneelverenigingen op, die gedurende de winter optredens en voorstellingen uitvoerden. Vanaf 1916 werden de tekorten aan brandstoffen en voedingsmiddelen nijpender. Er werd een distributie ingesteld, waardoor veel producten op ‘de bon’ gingen. Dat was een manier om te zorgen dat het beschikbare brood eerlijk onder de bevolking werd verdeeld. Naarmate de grondstoffen schaarser werden, was het noodzakelijk de beschikbare goederen te rantsoeneren. Iedereen kreeg geleidelijk steeds minder eten. Vlees was alleen verkrijgbaar via smokkel en nauwelijks te betalen. Ook aan steenkool was een groot gebrek, want dit moest uit Duitsland en Engeland worden geïmporteerd, maar die landen hadden het voor hun eigen oorlogsindustrie nodig en wilden het alleen tegen voedsel ruilen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *