De tramlijn tussen Hellevoetsluis en Spijkenisse werd geopend op 1 november 1905. Vanaf dat moment konden de inwoners van de vesting vanaf het tramstation via Nieuwenhoorn, Oudenhoorn, Zuidland, Biert en Spijkenisse reizen naar de eindhalte aan de Rosestraat in Rotterdam. Het was een ideale verbinding, die met name gebruikt werd voor het vervoer van landbouwproducten.
Er bestaat een beschrijving van twee verslaggevers van het Rotterdamsch Nieuwsblad die enkele dagen na de opening van de tramlijn in 1905 de reis maakten. ,,Met belangstelling hebben wij een rit naar Hellevoetsluis medegemaakt. Het is een genoegen, dat twee uren duurt, wat lang, maar daarom toch niet vervelend.” Het verslag verhaalt over de werkzaamheden van de afgelopen jaren, zoals de bouw van de Spijkenisserbrug, de aanleg van het smalspoor en het uitgraven van de Tramhaven. Ze mijmerden ook over het landschap: ,,Nu blijft een poos de rit zonder veel afwisseling, maar dan volgen Zuidland en Oudenhoorn en ten slotte te Hellevoetsluis, aan den Oostelijken oever van het Voornsche Kanaal heeft de tram haar eindpunt. Dáár, over het prachtige breede water, flauw de kustlijn van Goeree in de verte, is het tafreel vol bekoring, wel één der rijkste Hollandsche waterpanorama’s die te genieten zijn. Het station, dat vrijwel overeenkomt met die te Numansdorp en te Zijpe staat, evenals die beide, met zijn emplacement aan de tramhaven. Als de boot van Middelharnis hier de aansluiting brengt met de tram op Goeree, zullen de passagiers hier embarkeeren. Maar dat zal wel niet vóór 1908 wezen: de Flakkeesche tram immers is nog pas in voorbereiding. Inmiddels kunnen de schepen, die vrachten aan de tram brengen, in deze haven veilige ligplaats krijgen.”Die veerdienst tussen Hellevoetsluis en Middelharnis werd uiteindelijk op 1 mei 1909 geopend, zodat het netwerk van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij zich steeds verder over de Zuid-Hollandse Eilanden uitbreidde.

Het tramstation in Hellevoetsluis
Er valt veel te vertellen over de tram: over de conducteurs, de gezellige sfeer aan boord, de ongelukken, de vertragingen of juist de stiptheid van de dienstregeling, de verschillende veerboten die de overtochten verzorgden of de geuren en geluiden van de stoomtram. Daar is één pagina veel te weinig voor. We beperken ons nu tot de aanleiding van de opheffing. Op VoorneWiki zien we uw nostalgische herinneringen aan de bovenstaande aspecten graag tegemoet!
Overname
Rotterdam had al jaren plannen gehad om de RTM over te nemen. Aanvankelijk vonden de voorbereidingen in alle stilte plaats, maar in december 1960 werd bekend dat er een anoniem bod van 500% was gedaan op het aandelenpakket. Het was voor iedereen – inclusief de directie van de RTM – een volledige verrassing. Al snel werd duidelijk dat de gemeente hierachter zat. Eind januari 1961 vroegen B. en W. de raad een krediet van 5,1 miljoen gulden beschikbaar te stellen, benodigd voor de overname van de rtm aandelen. In de voorbereidingen was met de Nederlandse Spoorwegen afgesproken dat de NS vervolgens weer 80% van de aandelen zou overnemen. Zodra het monopolie van de RTM was gebroken en de tram was opgeheven, zou worden ”gestreefd naar een vorm van samenwerking tussen de NS en de gemeente Rotterdam, waarbij de NS haar kennis en ervaring met betrekking tot de exploitatie van het streekvervoer en tot de opbouw van een goede en doelmatige vervoersvoorziening ter beschikking van de gemeente zal stellen.’’ Het vergde echter nog wat inspanningen om de rijksoverheid voor dit plan enthousiast te maken, want die zagen het niet zo zitten dat de NS nog meer streekvervoer voor haar rekening nam.
In april 1961 volgde een buitengewoone algemene vergadering van de RTM, waarbij enkele commissarissen tegen hun zin eervol ontslag kregen. Ze werden vervangen door onder meer de directeur van de NS (die overigens verdacht werd de grote bedenker van de overname te zijn) en de directeur van de RET. Zij wisten de Minister van Verkeer en Waterstaat tenslotte over te halen dat de NS 80% van de aandelen mocht overnemen.
Intussen werden de betrokken gemeenten hier niet bij betrokken. Dat de Rotterdamse gemeenteraad juichte dat de tram op Rotterdam-Zuid eindelijk verdween, betekende nog niet dat de bewoners hun vertrouwde tramverbinding kwijt wilden.
Tal van redenen zijn te noemen waarom de tram moest verdwijnen. Enerzijds wenste Rotterdam de tram op te heffen om de overlast ervan in Rotterdam-Zuid op te lossen, en verving de tramlijn door de metro, waarvan het eerste traject in 1968 in gebruik werd genomen. Anderzijds sloot de tram niet meer aan de behoeften van de reizigers. De opkomst van de auto en de ontsluitingsweg naar Goeree-Overflakkee door de Haringvlietbrug zorgden ervoor dat de tramlijn naar Hellevoetsluis en de veerdienst naar Middelharnis steeds minder werden gebruikt. Bovendien moesten steeds meer inwoners van de regio naar de industriegebieden, waar de tram niet kwam, zodat bussen werden ingezet. En toen eenmaal de bussen gemeengoed werden, werd het bestaansrecht van de tram steeds twijfelachtiger.

Veerboot Haringvliet nadert de Tramhaven
Laatste rit
Het gevolg was dat de RTM-tram successievelijk werd opgeheven. Op 23 september 1965 vonde de laatste rit tussen Spijkenisse en Oostvoorne plaats. Een nieuwe buslijn nam het vervoer over. Op maandag 14 februari 1966 (een ijzig koude, besneeuwde dag) reed de laatste tram tussen Spijkenisse en Hellevoetsluis. In het tramstel ‘Bergeend’ zaten genodigden en tal van amateurfotografen en tien reizigers. Om 2:17 vertrok de tram uit Spijkenisse. Bij de halteplaats Biert stonden borden opgesteld met de tekst ‘Hulde aan alle machinisten en conducteurs. Leve de Tram!’. De bus die parallel met de laatste tram de rit meereed, werd in Biert, Zuidland en Nieuwenhoorn door de bewoners onder protest ontvangen. Bij het station van Nieuwenhoorn hing de vlag halfstok. Twee passagiers stapten op om het allerlaatste stukje tot het station van Hellevoetsluis mee te rijden, waar de tram om 14:48 arriveerde. Voor de genodigden stond een nieuwe Leyland autobus klaar, waarmee de nieuwe buslijn Hellevoetsluis-Brielle via Vierpolders werd geopend.
De RTM bleef na de overname in 1964 nog jarenlang als busmaatschappij bestaan, totdat het in 1978 met de twee andere voormalige stoomtrambedrijven Streekvervoer Walcheren en Zeeuws-Vlaamse Tramweg-Maatschappij tot de N.V. streekvervoer Zuid-West-Nederland, beter bekend als de ZWN. De veerdienst naar Middelharnis werd op 14 augustis 1971 opgeheven. Het tramstation naast de Tramhaven werd gesloopt op 7 en 8 juli 1980; het tramstation van Nieuwenhoorn bestaat nog altijd als café. Samen met de resten tramrails langs de Kanaalweg Oostzijde zijn dat de laatste herinneringen.
U zult bedoelen dat de tram om 14.17 uur vertrok uit Spijkenisse. Er staat nl. in de tekst onder het kopje “Laatste rit” dat hij om 2.17 uur daar vertrok.
Hij kwam om 14.48 uur in Hellevoetsluis aan op het tramstation. Je zou kunnen denken, als je niet beter weet, dat het trammetje dan 12 uur en 31 minuten over een ritje van pakweg 15 kilometer gedaan had.
‘k Snap wel dat het een typefoutje is, maar misschien is het verstandig om de tekst op Internet aan te passen….
Vr. gr.,
M. Robijn